Vandaag is het alweer 6 jaar geleden dat mijn vader Jibbo Poppen overleed.
“Ik heb een goed leven gehad,” zei mijn vader tegen me, een dag voordat hij stierf, “maar nu is het wel mooi geweest.” De hele dag in bed liggen, lam van de morfine en verbonden met een zuurstofapparaat zijn was niet zijn stijl… Pa was altijd een heel actief mens, die van elke dag iets bijzonders probeerde te maken. Toen dat niet meer ging, legde hij zich erbij neer. Zelfs op zijn sterfbed heeft hij ons nog iets geleerd: verzet je niet tegen de grillige kanten van het leven, want dat is een gevecht dat je niet kunt winnen.
Mijn vader was journalist, maar is ooit begonnen als vormgever. Als kind keek ik het kunstje af toen hij een kerkblad in elkaar zat te plakken. Het duurde niet lang of ik maakte mijn eigen krantjes en bracht die met een kameraadje op de fiets langs onze abonnees. Als pa weekenddienst had, ging ik met hem mee naar de krant en werkte ik aan mijn eigen producties, terwijl hij de maandag-editie in elkaar draaide.
Hoewel pa op het eerste gezicht redelijk kalm overkwam, kon hij ook heel erg uitbundig en grappig zijn. Als hij slaperig werd, ging hij altijd heel hard zingen om toch wakker te blijven. Toen hij bij een zangkoor ging, waren ze blij met zijn aanwezigheid omdat hij een mooie en diepe stem had. Af en toe zong hij solo’s tijdens speciale uitvoeringen in de kerk.
Zoals heel veel mensen mij op het hart drukken: het is vreselijk dat mijn ouders zo jong zijn gestorven. Desondanks hebben ze me zoveel gegeven dat ik er een leven lang mee vooruit kan.
Natuurlijk zijn sommigen verbaasd dat uitgerekend hij longkanker kreeg. “Je vader rookte toch niet?” Nee, inderdaad niet. Als jonge knuppel heeft hij dat wel een tijdje gedaan, maar daar ben ik hem wel dankbaar voor. Waarom? Omdat hij anders mijn moeder niet ontmoet had. Zij werkte in de kruidenierszaak waar hij zijn pakje shag altijd ging halen…